Zoals Aleid Truijens in haar column in de Volkskrant van 22 augustus zegt: ‘Wat er precies is gebeurd tussen Wiersma en sommige ambtenaren zullen we nooit weten.’ Maar toch vertelt zij er iets over. Namelijk dat de inspecteur-generaal van de onderwijsinspectie,
mevr. Alida Oppers, ‘oorlog’ had met Wiersma die had geëist dat de inspectie vaker onaangekondigd op schoolbezoek zou gaan en de 10 procent zwakke scholen zou aanwijzen.
Alle berichten van Webmaster
Armoede in een tijd van rijkdom
Ik heb het al eens eerder gezegd en ik weet dat het wat simpel klinkt: de onderwijshervormingen hebben niet meer maar minder gebracht. Meer leerlingen langer naar school maar met minder lessen, minder vakken en minder niveau. Dat blijkt ondertussen wel heel sterk bij het talenonderwijs. Ik schrok toen ik in de krant ( AD 22 juli) las dat een middelbare school in Gelderland het vak Frans niet meer geeft omdat er nog maar zeven leerlingen voor zijn. Zo zie je wat er van komt als je scholen de vrijheid geeft om vakken te schrappen. In dit geval dus een taal.
Lees verder Armoede in een tijd van rijkdomLangdurig opgeleid
Je leest de laatste tijd regelmatig over ‘de kloof’ die er zou bestaan tussen ‘hoger’ en ‘lager’ opgeleiden. Die groepen zouden steeds verder uit elkaar groeien en oorzaak kunnen worden van allerlei ongenoegen en frictie in de maatschappij. Sociologen en journalisten hebben voorlopig nog werk aan het onderzoeken en beschrijven van deze kloof. Ik denk dat de term ‘hoger’ opgeleid in het algemeen helemaal niet juist is. Men zou beter kunnen spreken van ‘langdurig’ opgeleid , dat geldt zeker voor driekwart van de studenten in h.b.o. en w.o.
Lees verder Langdurig opgeleidDure denkfouten
Er is een tijd geweest, toen politici als Den Uyl en van Kemenade een belangrijke rol speelden in de Nederlandse politiek, dat er een sterke beweging was om in ons land de middenschool in te voeren: slogans als ‘gelijke kansen voor iedereen’ , streven naar geïntegreerd onderwijs voor alle leerlingen, mondden uit in de roep om een middenschool: alle kinderen in één verband samen te houden tot hun zestiende of zeventiende levensjaar.
Lees verder Dure denkfoutenAlgemene Ledenvergadering VVG 2023
De Vereniging Vrienden van het Gymnasium nodigt u uit tot het bijwonen van de Algemene Ledenvergadering 2023.
Datum: zaterdag 24 juni 2023
Tijd: 11.00 uur – ca. 16.45 uur
Locatie: Rijksmuseum van Oudheden Rapenburg 28 2311EW Leiden
Programma
11.00 uur: Inloop met koffie en thee
11.30 uur: Jaarvergadering in de Leemanszaal
12.30 uur: Lunch in ‘Het Pakhuis’ Doelensteeg (2 min.lopen)
13.45 uur: Het middagprogramma is gewijd aan een parel van de dichtkunst: De Griekse dichter Konstantinos Kavafis ( 1863-1933), die put uit de rijke Griekse geschiedenis. Dr. Hero Hokwerda (UGr en UvA én vertaler) zal een lezing houden met als titel: ‘De grote Griekse wereld van Kavafis’
14.45 uur: pauze met koffie en thee. Daarna kunt u één van de afdelingen van het Rijksmuseum van Oudheden bezoeken
15.45 uur: Borrel
16.45 uur: Afsluiting
Kosten
Deelname aan deze dag is voor leden van de Vrienden van het Gymnasium (en eventueel hun partner) kosteloos. Van overige Introducés wordt een bijdrage in de kosten gevraagd, tenzij ze lid worden. Vergeet u uw museumjaarkaart niet!
Bereikbaarheid
Het Rijksmuseum van Oudheden ligt ongeveer 12 minuten lopen van Centraal Station Leiden.
Van parkeerterrein Haagweg is er een gratis shuttle naar het Rapenburg en het museum ( 10 min.)
Opgave kan nog tot en met uiterlijk 16 juni 2023 op: info@gymnasiumnu.nl onder vermelding van naam en adres én Museumkaart of Vereniging Rembrandt-kaart ja/nee.
Een week voor aanvang ontvangt u de vergaderstukken per e-mail.
KLASSIEKE REIS 2023
Het bestuur van de Vrienden van het Gymnasium streeft ernaar om jaarlijks voor haar leden (en hun partners) een klassieke reis te organiseren. Na eerdere succesvolle reizen naar de Peloponnesos, naar het Macedonische Noord- Griekenland en het Westen van het Griekse vasteland zal er bij voldoende deelname ook dit jaar in september (week 36/37, van woensdag 6 t/m woensdag 13 september) een reis onder leiding van bestuurslid en Griekenlandkenner Désiré de Rooij worden georganiseerd.
Dit jaar gaan we gedurende acht dagen naar Oost-Griekenland: van Athene, Boeotië, Thessalië naar Thessaloniki. We bezoeken uitgebreid de klassieke hoogtepunten en enkele klassieke minder bekende monumenten aan de Oostkust van Griekenland (waaronder rond het Olymposgebergte) en niet te vergeten Byzantijnse heiligdommen zoals de Meteora kloosters op de rotspieken van Kalambaka.
Kosten
De kosten voor de vlucht, hotels en vervoer binnen Griekenland bedragen met de sterk gestegen brandstof- en andere kosten circa € 1450,= (ticketkosten €20,= en toeslag voor éénpersoonskamer). Deze kosten zijn exclusief maaltijden en entrees tot musea en opgravingen. Het minimumaantal deelnemers is 12, het maximum 25. De organisatie van vlucht en hotels zal evenals vorige keren worden verzorgd door Labrys- Reizen in Nijmegen (aangesloten bij de SGR), sponsor/adverteerder van onze vereniging. Désiré de Rooij is uw reisleider en verzorgt de rondleidingen.
Aanmelden
U kunt zich nog opgeven door vóór 17 juni a.s. een e-mail te sturen naar Désiré de Rooij: dhs@dedero.nl. Vermeld uw naam, adres en geboortedatum, met hoeveel personen u wilt reizen, en ook graag uw telefoonnummer. Ook kunt u bellen naar: 06-24 86 77 53. Paspoortgegevens etc. volgen later.
Onbevoegd en onbekwaam
Ik heb nog eens teruggekeken in het rapport van de commissie Dijsselbloem ( 2008). De conclusies waren glashelder en leken algemeen aanvaard te worden. Ter illustratie een citaat uit het rapport:
‘Politiek draagvlak lijkt belangrijker geweest dan draagvlak in het onderwijsveld. Regeerakkoorden forceerden een doorbraak, maar versterkten het gesloten beleidsproces. Overeenstemming met het onderwijsveld werd bereikt met de beroepsvertegenwoordigers van belangenorganisaties. Zij leken daarbij dichter bij de politiek te staan dan bij hun eigen achterban.
Betreurenswaardig
Wie herinnert zich nog dat de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016 met slechts een klein verschil werden gewonnen door Donald Trump? De tegenkandidaat, Hillary Clinton, had uitstekende kwalificaties maar ze kon niet op tegen de brutale populariteit van Trump. Trump kon rekenen op een groot aantal minder goed opgeleide Amerikanen die zijn grofheden wel konden waarderen.
Hillary Clinton gebruikte op een gegeven moment het woord ‘deplorables’ om deze aanhangers van Trump te benoemen. Dat betekent zoveel als ‘die betreurenswaardig zijn’. Dat werd haar niet in dank afgenomen, maar toch. Er is in de V.S. een vrij grote groep burgers die maar weinig van het onderwijs heeft geleerd en bereid is allerlei ongefundeerde beweringen te geloven. Maar Amerika heeft al heel lang een uitgebreid onderwijsstelsel dat bijna iedereen in staat zou moeten stellen de basisvaardigheden meester te worden. Maar dat gebeurt blijkbaar toch niet.
En in Nederland, zoals wij ondertussen weten, ook niet. Daarom verbaasde het mij dat onze minister-president, in een interview waarin de bekende grote politieke mislukkingen werden genoemd, meldde dat er ook een heleboel dingen goed gingen in ons land, bij voorbeeld het onderwijs. O ja? Ik ga nu niet de hele lijst lijst behandelen van o.m. de slecht opgeleide onderwijzers en leraren, van schoolverlaters die nauwelijks kunnen lezen , schrijven en rekenen, van uitvallende lessen , van ergerlijke bureaucratisering. Nee, ik wil het erover hebben dat ook het hoger onderwijs in de loop van de jaren enorm heeft ingeboet in breedte en diepgang. Dat betekent dat vooral de alfa vakken het zwaar te verduren hebben gehad in de loop van de onderwijsvernieuwingen: geschiedenis en de talen.
Dat BON zich zeer inspant om een eind te maken aan de verengelsing van ons universitair onderwijs is volkomen terecht. Maar mag ik er ook op wijzen dat de moderne vreemde talen die traditioneel in het Nederlandse onderwijspakket zaten, nu bijna geheel verdwenen zijn uit de onderwijsbagage van academici? Nederland heeft zich in het onderwijs arm vernieuwd. Je zou denken dat dit ook maatschappelijke gevolgen moet hebben. Aan de onderkant waar steeds meer mensen niet mee kunnen in de moderne maatschappij maar ook aan de bovenkant waar de voorsprong die wij vroeger hadden, verloren is gegaan. Dat is zeker betreurenswaardig.
J.C. Traas
Alle mensen zijn ongelijk
Aleid Truijens schrijft in De Volkskrant over onderwijs, opvoeden en opgroeien en doet dat in het algemeen uitstekend. Ze is goed op de hoogte van de gang van zaken in het onderwijs, ze is kritisch en niet bang om de gevestigde belangen aan te vallen.
Ze is terecht bezorgd over de groeiende kansenongelijkheid maar het is jammer dat ze dit probleem met te weinig achtergrondkennis bekijkt.
Ze is er voorstander van ‘die hele predestinerende selectie bij 11-jarigen af te schaffen en pas in het voortgezet onderwijs te selecteren. Zo geef je leerlingen de kans te ontdekken wat ze kunnen en willen.’ ( Volkskrant van 14 maart).
Hiermee herhaalt ze dus de argumentatie van middenschoolvoorstanders van 50 jaar geleden. Het is daarom nuttig ten aanzien van deze kwestie nog eens de belangrijkste factoren te noemen.
Wie in schoolverband onderwijs wil geven heeft te maken met drie belangrijke factoren:
1. de kwaliteit van de leraar.
2. de groepsgrootte
3. de aanwezige intelligentieverschillen.
De kwaliteit van de leraar -lerares is, in lager en middelbaar onderwijs, vaak beneden de maat. Te weinig breed opgeleid, met te weinig diepgang. Er komt zeker in het basisonderwijs nog een ongunstige factor bij: er zijn te veel deeltijdleraren. Daardoor ontstaat een los-vast relatie met de klas en met de afzonderlijke leerlingen die negatieve gevolgen heeft.
Ik noemde als tweede punt de groepsgrootte. Zolang de onderlinge verschillen in niveau niet te groot zijn kan de bekwame leerkracht in het basisonderwijs daarmee werken in groepsverband. In het verre verleden hadden onderwijzers soms heel grote klassen maar door hun gezag en volharding bereikten ze dat de meeste leerlingen toch de basisvaardigheden leerden beheersen.
Het derde punt betreft de de intelligentieverschillen. Die zijn er en die zijn groter dan men wel denkt. Dat betekent onder meer dat de begaafde leerling sneller en op een ‘hoger’ niveau dingen kan leren dan de minder begaafde. Wanneer men nu beide categorieën in één klas heeft zal men of de begaafde leerling duperen door te langzaam te gaan of de minder begaafde door hem aan zijn lot over te laten. In het verleden had men het wel over ‘interne differentiatie’ waardoor de leraar op verschillende niveaus zou kunnen werken. Dat heette een ‘uitdaging’ maar een leraar in een klas met 25 of 30 leerlingen is geen goochelaar en zeker niet als hij een volledige betrekking heeft. De langzame leerling kan niet vlugger, de begaafde leerling wordt afgeremd met alle gevolgen van dien .Het is niet efficiënt en het is niet eerlijk.
Selectie voor het middelbaar onderwijs – of forse verkleining van de groepsgrootte – is daarom een normale en onvermijdelijke maatregel. De drie door mij genoemde factoren liggen ook ten grondslag aan het functioneren van de beste particuliere scholen in Engeland en de Verenigde Staten. Door hoge eisen te stellen aan de leraren èn door de groepen klein te houden èn door het instellen van strenge toelatingsexamens weten zij hun niveau en aantrekkelijkheid te handhaven. Het oudeNederlandse systeem, van vóór 1970, was geen particulier systeem maar bereikte toch een uitstekend niveau . Het is daarna alleen maar minder geworden.
J.C. Traas
Over onmacht en onverstand
De Volkskrant van 11 maart vermeldde dat minister Wiersma heeft gezegd: ‘Ik vind het van belang dat ons onderwijs voor iedere leerling kansen biedt om zich optimaal te ontwikkelen, ongeacht de portemonnee van de ouders. Het inkopen van extra bijles, huiswerkbegeleiding of examentraining zou niet nodig moeten zijn.’ De krant vermeldt ook dat ruim een kwart van de leerlingen in het basis- en middelbaar onderwijs gebruik maakt van huiswerkbegeleiding of bijles buiten het reguliere onderwijs. Het is dus een parallel traject geworden.
Nu, afgezien van het feit dat het ‘oneerlijk’ is heeft het ongetwijfeld ook een negatief effect op de gewone schoollessen. Want daar zitten dus leerlingen die het niet zo nodig vinden om op te letten omdat ze het ook nog wel horen in de bijles die ze straks krijgen. En het is daarom ook demotiverend voor de leraren die het toch al moeilijk genoeg hebben.
Wat Wiersma met zoveel woorden zegt is dat het onderwijs zó goed moet zijn dat bijles niet nodig is. Er zijn helaas niet erg veel scholen die een dergelijk niveau bereiken.
Op dezelfde dag een bericht in het AD over een mogelijk verplichte driejarige brugperiode in het middelbaar onderwijs. De gedachte is afkomstig van de VO-raad, de vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs, die zegt teleurgesteld te zijn over ‘het gebrek aan ambitie’ bij de minister.
In fraai Nederlands zegt de voorzitter: “Als het kabinet echt werk wil maken van de kansengelijkheid in het onderwijs, dan is het aanpakken van de vroegselectie in het Nederlandse onderwijs een van de belangrijkste knoppen om aan te draaien.’
In ieder geval hebben ze bij die VO-raad weinig historisch besef. Al in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw bleek bij de middenschool – experimenten dat een verlengde brugperiode zo veel problemen opleverde dat men erop terug moest komen. Ook in de jaren tachtig, toen er opnieuw pogingen werden gedaan om de brugperiode te verlengen kwam er nauwelijks iets van terecht. En waar scholen een brede brugklas hadden voor alle leerlingen vanaf de basisschool werd daar vaak een eind aan gemaakt uit concurrentieoverwegingen. Men noemde dat wel ‘ontvlechting’.
Het is allemaal bekend: het kàn bekend zijn maar de VO-raad wil toch weer aan de knoppen draaien…
Gelukkig is de minister verstandiger. Hij zegt hierover dat dit voorstel het voortgezet onderwijs op zijn kop zet, ‘zonder dat we duidelijk zicht hebben op de praktische en financiële consequenties van een dergelijke stelselwijziging.’
Ik zou daar nog aan toe kunnen voegen dat de eerdere pogingen plaatsvonden in een tijd dat het onderwijs op tal van punten meer kwaliteit had dan nu.
J.C. Traas