Men denke niet dat de uitkomsten van het Inspectieonderzoek dat afgelopen week een belangrijke plaats kreeg in het nieuws, werkelijk nieuws zijn. Al dertig, veertig jaar geleden waren schooladviezen en overgangsbeslissingen van school tot school verschillend, mede afhankelijk van de bekwaamheid en de integriteit van de adviesgevers.
Ik herinner mij de hoofdonderwijzer van een kleine openbare school in de provincie. Hij had een leerling een vbo-mavo advies gegeven. Waarschijnlijk op goede gronden, maar een ‘notabele’ dame uit het dorp die een paar jaar pedagogiek had gestudeerd, ontfermde zich over de jongen en zei dat Jan best naar de havo kon. Daarbij dreigde nog dat de betreffende leerling zou overlopen naar de concurrerende christelijke school!
Tja, dat zijn heel vervelende problemen. En vooral voor degenen die zo’n advies gewetensvol willen geven. Degenen die een ‘lager’ advies geven zijn in de ogen van de buitenstaanders immers bijna per definitie ‘fout’. Want havo-vwo is nu eenmaal beter dan beroepsonderwijs.
Volgt de inspectie ook de verdere schoolloopbaan van de leerlingen? Daarover heb ik niets gelezen. Heeft de inspectie ook nagegaan hoe groot het aantal der hoger opgeleiden is dat geen baan kan vinden op het hogere niveau? Wat is de prognose voor al die hoogopgeleiden?
Als het mbo over de hele breedte zo goed was als het zou kunnen zijn – dat laat nog te wensen over – zou het eens afgelopen moeten zijn met de negatieve beoordeling van dat onderwijs.
Maar toegegeven: het is gewenst dat de resultaten van scholen en de daarop gebaseerde adviezen niet te ver uiteenlopen. Wat daar voor nodig is wenst men echter niet te doen in Nederland. Nodig is dan namelijk uniformiteit in lesprogramma’s, aantallen lesuren, bevoegdheid van leerkrachten, gelijke exameneisen, onafhankelijke beoordelingen.
In feite moet men dan terug naar het systeem van vóór de Mammoetwet. Ook de onderwijzers en leraren moeten ‘gelijker’ zijn , d.w.z. voldoen aan hoge eisen wat betreft hun algemene en specifieke kennis.
Maar zoals gezegd, dat wil men allemaal niet in ons land. En zo doet zich nu al jaren het feit voor dat het regeringsbeleid bestaat uit pappen en nathouden, het bedenken van onnozele projecten en plannetjes, terwijl de werkelijke problemen niet worden aangepakt. De Inspectie zou dat moeten weten maar speelt ook haar rol mee in het spel der illusionisten.
J.C. Traas