Op 6 juli is ons bestuurslid Désiré de Rooij overleden. Hij was al geruime tijd ziek, maar is tot het laatst blijven doorwerken. Hij is geboren in 1948 in Nuenen als jongste in een katholiek gezin. Hij had geen broers, wel zussen. Zijn naam geeft aan, hoe welkom hij was als jongen. Al vroeg bleek hij intelligent en weetgierig: hij slaagde tegelijkertijd voor gymnasium-alfa en -beta Gymnasium Augustinianum in Eindhoven.
Als eerstejaars student in Leiden moest hij nog tijdens de groentijd bij Minerva (het Leids studentencorps) terug naar Nuenen om het bedrijf van zijn vader te beëindigen, die plotseling was gestorven. Hij ging eigenlijk biologie studeren.
Terug in Leiden bezocht hij vrijwel alle faculteiten en instellingen (behalve merkwaardigerwijs biologie) en ontwikkelde zich tot een ware uomo universale: naast Frans, Duits en Engels sprak hij vloeiend Italiaans en Nieuwgrieks; klassiek Grieks en Latijn las hij volgens ingewijden “als de krant”; van een symfonie die hij nog niet gehoord had, kon hij genieten door louter de partituur te lezen; hij reed probleemloos heen en weer naar (bijvoorbeeld) Milaan om het orgel te stemmen voor een concert van zijn zus Dorthy; hij had grote belangstelling voor en ook praktijkervaring met archeologie; hij was vertrouwd met spijkerschrift en Hebreeuws; hij had grote kennis van recht, filosofie en theologie, maar hij kon ook een automotor reviseren, geweldig koken en aan de Elfstedentocht deelnemen.
Hij praatte graag en veel over talloze onderwerpen, maar niet over zichzelf. Hij was het gymnasium zeer toegedaan en is er docent en rector geweest, met bijzondere aandacht voor de individuele leerling. Hij heeft menige leerling over drempels heen geholpen. Hij organiseerde graag klassieke reizen voor de leerlingen, of groepen oud-leerlingen, zoals hij dat later ook voor onze vereniging heeft gedaan. Na zijn rectoraat is hij nog adviseur gebleven en interimmanager.
Door zijn vele activiteiten lukte het hem niet altijd zaken af te ronden, ook al sliep hij heel weinig. Hij had ook een geheel eigen timemanagement. Dat leidde wel eens tot wrevel bij degenen die met hem samenwerkten, maar die werkte hij met zijn bijzondere charme wel weer weg.
Voor onze vereniging was hij onmisbaar door zijn vele contacten in en grote kennis van het onderwijsveld. Een uitnodiging van hem om te spreken op onze jaarvergadering werd slechts node afgeslagen.
Men zegt wel dat niemand onvervangbaar is. Tsja…
Anton Spee, juli 2025